Nog bij de eerste vergaderingen stelde zich de vraag: “Heeft iemand ervaring met het bouwen van een school?”- één meisje, voor de rest stilte. Desondanks waren we allemaal optimistisch en gemotiveerd dat dit enigszins zou lukken. De aannemer en zijn werkmannen zouden ons hierbij te hulp schieten.
Met een beetje vertraging kwamen we aan in Léo en kon het werk beginnen. Kassoum, de aannemer en werfleider, begroette iedereen en gaf meteen een overzicht van hetgeen ons te wachten stond. Vooraleer we onze spierballen konden uitrollen, diende eerst materiaal te worden aangekocht.
Stap 1 – De fundering
De constructie ving aan met het graven van het grondplan voor het gebouw. Bij het bereiken van 30cm diepte, werd voor de stevigheid van de fundering beton gegoten. Per groepjes van twee gingen we ijverig te werk: terwijl de ene de grond loskapte met de pikhouweel, schepte de andere de losse aarde weg. De warme Afrikaanse zon vergemakkelijkte het ons niet. Ons dadendrang was echter groter en al snel werd het grondplan gegraven. Nadien kon het beton worden aangemaakt. In tegenstelling tot in Europa gebeurt alles hier “handmatig”. Om tot beton te komen waren immers vijf kruiwagens zand, zes zakken cement en vier kruiwagens steentjes nodig, die met behulp van schepwerk met elkaar werden gemengd. Daar werd dan nog eens een aantal emmers water aan toegevoegd om de nodige fluïditeit te verkrijgen. De sloten konden voortaan worden gevuld. Met het oog op het versterken van de stevigheid, werden er stenen tussen gegooid. Vervolgens mat Kassoum met de waterpas naar de horizontale vlakte van de fundering. Met het beëindigen van deze fase bleek het zwaarste werk achter de rug.
Stap 2 – De ruwbouw
De eerste bakstenen konden worden gelegd. Deze waren nog voor onze aankomst reeds vervaardigd. We droegen de bakstenen één voor één naar de werkmannen die ze aan elkaar metselden. Dit gaf ons het gevoel in een fitnesscentrum te zijn, waar we onze armspieren trainden met gewichten gaande van 20 tot 40 kg. De hoeken en het middenstuk van de muren werden vrijgelaten om plaats te maken voor ijzeren staven waar achteraf beton in werd gegoten. Deze ijzeren constructies dienden ter stevigheid van het gebouw. Naarmate de werken vorderden begonnen voorkeuren voor welbepaalde klusjes zich uit te tekenen. Desondanks zochten de Edukado-leden wel steeds naar afwisseling. We namen het alleszins van elkaar over wanneer we moeilijkheden ondervonden. Dit zorgde ervoor dat het team steeds meer naar elkaar toegroeide. De dagen die voorzien waren voor het leggen van de bakstenen gleden voorbij, en al gauw stegen de muren de hoogte in. Voor deze hooge waren steigers nodig. Deze bleken ze hier ook zelf in elkaar te moeten steken. Het gebouw kreeg al meer de gedaante van een schooltje, hetgeen het team nog extra motiveerde om er werk van te maken.
Tussenstap – De befaamde put
In Burkina Faso zit het zo dat elke school van sanitaire voorziening dient te worden uitgerust. Zo onstond de fameuze put: een put van twee meter diep waar we gedurende vier weken een deel van onze werkkrachten aan moesten afstaan. Terwijl de werkmannen bezig waren met het technisch gedeelte van de bouw, zwoegden wij in dé put. De arbeid verliep er niet altijd van een leien dakje: hoe dieper de put hoe harder de grond en dus hoe zwaarder om er de grond los te kappen. De aarde wegscheppen was ook al lang geen sinecure meer. Dankzij de leuke sfeer op de werf, waaronder motiverende kreten, anekdotes, weetjes, muziek en bovenal de vriendelijke en behulpzame burkinabeze buurtbewoners, slaagden we erin de “kutput” klaar te krijgen.
Stap 4 – De muren
Het pleisterwerk was voornamelijk voor de werkmannen weggelegd. De muren vlak en glad maken vergden immers veel geduld en nauwkeurigheid. Ook deze fase werd onderworpen aan Kassoums minutieuse inspectie. Met veel pret worpen we cement tegen de muren, waarop later nog een meerdere lagen zouden volgen. Voor de laatste stap werden met een spons de oneffenheden weggewerkt.
Stap 4 (vervolg) – De ramen en deuren
Tijdens het pleisteren werden ook de ramen en deuren geplaatst. De levering van de schoolbanken trok amper onze aandacht vanwege de harde labeur die we verrichtten.
Stap 5 – Het dak
Het was ondertussen al midden augustus. Gelukkig hadden we tot dan toe niet al te veel last ondervonden van het regenseizoen. Hoog tijd om het schooltje een onderdak te geven en de gloednieuwe muren droog te houden. Met het oog op kostenbesparing werden de verschillende dakonderdelen, zoals onder andere de golfplaten , houten balken en IPNs (sterke ijzeren balken die het dak extra ondersteuning bieden) vanuit Ouagadougou besteld. In een eerste fase werden de houten balken in de lengte via draad en cement in de muur verankerd. In een tweede fase werd voor elk klaslokaal een IPN in de breedte vastgemaakt aan de houten balken. Tijdens de derde en laatste fase kregen we daadwerkelijk het dak te zien. Zo werden de golfplaten één voor één met behulp van ijzeren haakjes aan de houten balken vastgehecht. Al snel bleek het dakkenarbeid niet voor eenieder te zijn weggelegd. Om daarboven te kunnen helpen diende men immers bestand te zijn tegen hoogtevrees en zonneslag.
Ook al is het voltallige Edukado-team intussen terug in België, blijven de werken vorderen. Want ja, helaas kon niemand van ons getuige zijn van het volledig afgewerkte schooltje. Zo bleven bij het vertrek van de laatste groep nog twee cruciale stappen over: het gelijkmaken van de vloer en het schilderen. Toch kunnen we trots zijn op onze prestaties. We leerden op de werf niet louter over het bouwwerk, ook ons Frans vocubulair ging er op vooruit. Dit allemaal dankzij de interacties met de werkmannen.
Op een betere toekomst voor de Burkinabese kinderen !
Lina & Melanie